Van zwemmen naar lokale Kaapverdische wijn: deze vier activiteiten wil je niet missen als je op Fogo, Kaapverdië bent

Van zwemmen naar lokale Kaapverdische wijn: deze vier activiteiten wil je niet missen als je op Fogo, Kaapverdië bent

Dit Kaapverdische eiland is het eiland van vuur – letterlijk. Denk: een actieve vulkaan, zwarte lavagrond, grillige bergtoppen en wijnranken die groeien op plekken waar je denkt dat niks groeien kán. Fogo is niet het meest bezochte eiland, maar misschien juist daardoor extra bijzonder. Bezoek je Fogo, Kaapverdië? Dan wil je deze vier dingen sowieso niet overslaan.

1. Beklim de Pico do Fogo

1. Beklim de Pico do Fogo

Het hoogste punt van Kaapverdië is een – letterlijk – hoogtepunt dat je niet aan je voorbij wilt laten gaan. Je moét dit doen. De klim is vrij pittig; het kost je drie tot vier uur om vanaf Portela – het dorp aan de voet – naar de top te klimmen. Steil, warm en soms wat los zand onder je voeten, maar je doet het ergens voor. Boven wacht een bizar uitzicht over de hele krater, de caldeira (de reuzenkrater die het centrale gebied van het eiland vormt) én de rest van het eiland. Met weinig bewolking kun je zelfs uitkijken over de buureilanden Santiago en Brava.

De afdaling is een stuk leuker (én sneller): via de flank aan de kant van Pico Pequeño ski je letterlijk naar beneden in het losse vulkaanzand. Je hebt geen echte ski’s nodig—je voeten (of je bips) zijn genoeg. Stofhappen gegarandeerd, maar absoluut het waard.

Het is handig om de klim naar de top vroeg te starten (denk aan 06.00 uur – sorry voor de niet-ochtendmensen onder ons). Je wordt beloond met een zonsopkomst die over de vulkaan kruipt terwijl je omhoog loopt, en je bent weer beneden vóór het heetste punt van de dag toeslaat.

2. Hike van Portela naar Mosteiros

2. Hike van Portela naar Mosteiros

Van zwart lavalandschap naar groene vallei in één dag – deze hike laat je Fogo van z’n uitersten zien. Je start in Portela, tussen lavavelden en versteende huizen, en eindigt in het kustplaatsje Mosteiros, waar bananenbomen en koffieplantages het uitzicht overnemen.

Elke kilometer verandert het landschap: van maanachtig zwart naar tropisch groen. De hike duurt gemiddeld vijf tot zes uur en is een serieuze afdaling – je gaat van zo’n 1700 meter naar zeeniveau. Je kuiten gaan het voelen, maar de uitzichten zijn onvergetelijk. Meer dan de moeite waard dus.

Tip: in de zomer kan het flink warm worden, dus vertrek vroeg. Beter voor je lijf, én je ziet meer.

3. Wijn uit Fogo proeven

3. Wijn uit Fogo proeven

Wijn? Op een vulkanisch eiland? Jazeker. De lavagrond op Fogo is extreem vruchtbaar en in de caldeira worden al jaren druiven verbouwd voor de lokale Chã-wijn. Tja, dat móét je natuurlijk proeven. De productie is klein, dus buiten Kaapverdië kom je deze wijn zelden tegen. Alleen maar meer reden om hier ter plekke een fles wit of rood open te trekken.

Bij kleine wijnhuizen – vaak gewoon midden in het dorp – kun je aanschuiven voor een proeverij of een fles meenemen voor later. De robuuste rode wijn met een lichte rokerige ondertoon past perfect bij het landschap waar-ie vandaan kom

4. Zwemmen in natuurlijke pool Ponta da Solina

4. Zwemmen in natuurlijke pool Ponta da Solina

Genoeg gehiked en gewijnd? Aan de westkust van Fogo ligt Ponta da Salina, waar je een natuurlijke pool vindt tussen de lavarotsen. Het zeewater beukt er wild tegen de zwarte steenwanden, maar in de pool zelf is het kalm. Niks aangelegd of ‘mooi gemaakt’ – dit is puur natuur. Je klimt over rotsen, laat je in het water zakken en dobbert tussen basaltblokken met uitzicht op de oceaan. Perfect na een paar dagen vol stof, zweet en zon.

Je bereikt Ponta da Salina eenvoudig vanaf eilandhoofdstad São Filipe, met een taxi of aluguer (lokale bus). Een ritje van zo’n dertig minuten, en helemaal de moeite waard.